fabrieksvoer

Vroeger pakte je yoghurt en daar deed je aardbeien in. Dan had je aardbeienyoghurt. Je moest de yoghurt inschenken, aardbeien snijden en er een schepje suiker bij doen. Doodvermoeiend. Met onze haastige levens hebben we daar niet altijd zin in. Je moet ook alles in huis hebben. Kan dat niet kant-en-klaar? En liefst in alle seizoenen?

Jawel, denkt een zuivelfabriek. Maar yoghurt met aardbeien blijft niet zo lang goed. Dus daar moet conserveermiddel in. Ach, een lekker kleurtje erbij, wel zo vrolijk toch? Maar al snel komt de concurrent ook met zo’n product. Voor een lagere prijs. Verzin een list. Laten we de helft van die dure aardbeien eruit halen en er smaakstof in doen. En wat extra suiker, dat vinden de mensen lekker.

VOORUITGANG

Maar van suiker worden mensen steeds dikker. Gelukkig bestaat er zoiets als vooruitgang: verbeterde vruchtenyoghurt! Suiker eruit en kunstmatige zoetstoffen erin, hup drie verschillende soorten voor spetterende effecten. Vet en room uit de yoghurt – verdikkingsmiddel of gelatine erin, anders wordt het te waterig. Wegens gebrek aan dure aardbeien toch maar wat extra vitamine C, dan lijkt het nog wat. De yoghurt bevat inmiddels meer chemische toevoegingen dan natuurlijke ingrediënten, maar krijgt wel het Ik Kies Bewust-logo. Hij is namelijk minder zoet en minder vet dan andere vruchtenyoghurts.

We hebben er zelf om gevraagd. Ook in 1929 aten mensen liever verse ingrediënten, maar kochten ze vaak blikvoer: veel makkelijker. Dat heeft geleid tot een oneindige stroom van kant-en-klaarmaaltijden, fruitdranken, ‘bewuste’ koeken, instantsoepen, ovenfrites, nepbrood enzovoorts. Met veel tijdwinst en gemak voor de consument. Het wordt echter steeds duidelijker dat het eten van dit soort producten allesbehalve gezond is.

Sinds we steeds meer zwaar bewerkt fabrieksvoor zijn we gaan eten is het aantal gevallen van hartkwalen, diabetes, kanker en overgewicht alleen maar toegenomen. Dat geldt voor alle landen en culturen, waarvan de bevolking overstapt naar een Westers eetpatroon. Daar komt het simpelweg op neer. Stop met het eten van shit.

GUACAMOLE

Nog een vergelijkend warenonderzoekje: homemade guacamole versus fabrieksguacamole.

homemade: Koop 2 verse avocado’s. Prak ze. Voeg een fijngehakte teen knoflook toe, een in stukjes gesneden tomaat, wat verse koriander en limoensap. Breng verder op smaak met wat versgemalen zout en  peper.

fabrieksguacamole (geen grap): Koop water. Voeg toe: canola oil, food starch, modified, concentrated crushed tomatoes, dehydrated onion, salt, whey protein concentrate, natural and artificial flavor, sugar, glucono delta lactone, maltodextrin, avocado powder, garlic powder, lactic acid, xanthan gum, monosodium glutamate, dehydrated bell pepper, spice, corn syrup solids, salt, caramel color, garlic, sugar, spices, fermented wheat and soybeans, salt, maltodextrin, caramel color, tamarind, natural flavors, malt extract, sodium benzoate, sodium acid pyrophosphate, citric acid, lime and lemon juice solids, jalapeno pepper, chili pepper, acetic acid, mono and diglycerides, yellow #5, blue #1.

POLITIEKE AGENDA 

Onze voeding zou bovenaan de politieke agenda moeten staan. Het is de basis van onze gezondheid. Je kunt en mag niet van bedrijven verwachten dat zij het wel even oplossen. Een bedrijf is geen levend persoon, maar een rechtspersoon: een BV of NV, waar telkens andere mensen aan de touwtjes trekken. Rechtspersonen hebben geen kinderen en kleinkinderen van vlees en bloed. Ze moeten winst maken voor de aandeelhouder. De keuze voor goedkope, legale ingrediënten is bedrijfsmatig gezien volkomen logisch. Want producten zonder toevoegingen en bestrijdingsmiddelen zijn duurder. En dat levert minder winst op. De concurrent doet het niet en kan goedkoper zijn. De groep mensen die bereid is meer te betalen voor eerlijk en lekker eten is groeiende, maar nog altijd klein. Vandaar alle bio-industrie, kunstgrepen en goedkope toevoegingen. Het mag van de overheid en er is vraag naar. Zo bekeken is het niet zo vreemd, dat veel bedrijven knutselvoer maken.

DE OPLOSSING

De overheid kan betere regels maken, controleren en stimuleren. Maar de echte, grote verandering zal uit onszelf moeten komen. Uiteindelijk beslist de burger zelf. Wie beseft dat z’n gezin niet zo heel gezond eet, zal daar hopelijk iets aan doen. Als we minder rotzooi vragen, wordt er minder rotzooi aangeboden. Dat gaat je wel iets kosten – goed spul is duurder. Maar het gaat nog veel meer opleveren, voor jou en je kinderen. Minder overgewicht. Minder diabetes. Minder hartziekten. Minder kanker. Minder vervuiling. Oftewel, een smakelijker, vrolijker en gezonder leven. Het probleem ligt op ons bord. De oplossing ook.

#geenfabrieksvoer